In Nederland overlijden jaarlijks ongeveer 140.000 mensen. De verwachting is dat dit aantal de komende decennia behoorlijk toe gaat nemen tot wel zo’n 214.000 overledenen in 2050. Het zijn vooral de babyboomers, geboren in de jaren vlak na tweede wereldoorlog die het sterftecijfer doen toenemen. In de komende decennia stijgt ook het aantal ouderen en chronisch zieken.
Dementie is met ongeveer 12.500 sterfgevallen de grootste doodsoorzaak in Nederland. In 2014 stierven meer mensen aan dementie dan aan de meest voorkomende vorm van kanker of aan een hartinfarct. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Longkanker was vorig jaar de dodelijkste vorm van kanker. 6170 mannen stierven aan longkanker en 4176 vrouwen. Steeds minder mensen sterven aan een acuut hartinfarct, vorig jaar zo’n 5300. Dat zijn er 400 minder (7 procent) dan in 2013. Sinds de jaren zeventig daalt het aantal mensen dat aan plotseling hartfalen sterft langzaam maar zeker. Dat komt onder meer door toenemende aandacht voor een hoog cholesterolgehalte, vooruitgang in behandelingen als dotteren en medicijnen en afname van het aantal rokers. Het CBS concludeert ook dat ouderen steeds langer zonder lichamelijke beperkingen leven. Wel worden ze langer geconfronteerd met chronische ziekten.
De levensverwachting van de Nederlander groeit gestaag. Deze bedraagt 79,8 jaar (mannen 77,5 jaar, vrouwen 81,9 jaar). Dat is zo’n 3,5 jaar ouder dan 11 jaar geleden.
Daarin concludeert het statistiekbureau dat ouderen steeds In 2011 kon een 65-jarige man verwachten nog 18,3 jaar te leven. In 1981 was dat nog 14,3 jaar. Bij de 65-jarige vrouwen nam de levensverwachting minder hard toe, van 18,9 naar 21,3 jaar. Zij worden dus gemiddeld nog wel ouder dan mannen.
Van de jaren die de man na zijn 65e nog te leven heeft, brengt hij er gemiddeld elf door in goede gezondheid en bijna veertien zonder beperkingen. Vergeleken met cijfers uit 2001 is dat een stijging van enkele jaren.
Ongeveer 35 procent van de Nederlanders sterft in het ziekenhuis, 20 procent in het verpleeghuis, 15 procent in het verzorgingshuis en 30 procent thuis. 55-70% van die mensen sterven aan een chronische ziekte. Zo’n 75% van de Nederlanders geeft aan dat de meest ideale plaats om te sterven thuis is. Patiënten met kanker overlijden vooral thuis (70 procent). Op de wens om thuis te sterven spelen een aantal organisaties steeds meer in. Zo zijn er hospices die de gespecialiseerde terminale zorg thuis verlenen in plaats van in het hospice zelf. Op deze ontwikkelingen kom ik in een later blog terug.
63% van de Nederlanders kiest voor cremeren, 37% voor begraven. 10 jaar geleden, in 2005 geleden lag die verhouding op 52 % cremeren en 48% begraven.
Ontvang direct een bericht van nieuwe blogs!