Een zin die je regelmatig aantreft op rouwannonces en in rouwadvertenties. Achter die zin schuilt vaak een periode van geleidelijke terugtrekking uit het leven. De spieren en gewrichten doen steeds minder mee, de wereld wordt steeds lastiger te volgen. Wordt steeds kleiner. Gesprekken gaan zich beperken tot eindeloos herhalen van wat er vroeger, vijftig, zestig jaar geleden of nog langer speelde met de focus op een handvol gebeurtenissen.
Ook in zo’n wegglijdend leven kan de dag zo opgevrolijkt worden door liefdevol en begripvol contact. Samen een eitje eten dat niet te hard en niet te zacht is, een liedje van vroeger, de zingende merel, arm om iemand heen, een kus. Levenskunst en genieten van wat er nu is. Het is herfst en het wordt geen lente meer.
De dood een verlossing. Of niet eens een verlossing maar een logisch vervolg. Definitief loslaten van wat er allang niet meer was. De laatste adem. Nog zo’n zin: toch nog onverwacht….
En dat vertrek als nabestaanden met elkaar beleven. Met rust, liefde, respect de overledene omhullen en bij elkaar zijn. Een teder afscheid als naadloos vervolg op die laatste jaren van geleidelijk terugtrekken. Een paar mensen bij de afscheidsbijeenkomst. Muziek met grote betekenis. Weinig woorden, alles was eigenlijk al gezegd. Aandacht voor stilte waarin een ieder zijn/haar eigen gedachten kan laten gaan.
Aandacht voor wat er was, wat er is en wat er straks weer zal zijn. Na het vertrek van iemand die zo geleidelijk het leven verliet komt er vaak weer ruimte voor herinneringen aan de tijd van bloei en kracht. Troostend en inspirerend. Mooi en verdrietig. Dat wat er was en niet meer is.
Ontvang direct een bericht van nieuwe blogs!