In 2015 koos zo’n 63% van de Nederlanders voor cremeren en 37% voor begraven. Tien jaar geleden, in 2005 lag die verhouding op 52% cremeren en 48% begraven. De voorkeur voor cremeren blijft toenemen. Dwars tegen die tendens in is een toenemende belangstelling voor natuurbegraven te signaleren en het aantal natuurbegraafplaatsen nemen ook in hoog tempo toe.
In Nederland is het begraven op een natuurbegraafplaats voor veel mensen nieuw en een ‘herontdekte’ manier van begraven. Toch is het al een eeuwenoud gebruik. Dat verbaast niet als je de volgende omschrijving van Wikipedia leest: Een natuurbegraafplaats is een begraafplaats in een terrein dat niet voor dat doel is ingericht. De graven worden gesitueerd op een gekozen plek in een natuurlijke omgeving. Op een natuurbegraafplaats liggen graven schijnbaar willekeurig verspreid in een bos- of parkachtig gebied. Tussen de graven is meer ruimte, er is geen ordening door hekken of afrasteringen en er zijn geen speciaal vervaardigde grafstenen. Graven worden veelal gemarkeerd met zwerfkeien of kleine houten bordjes. Een mogelijkheid is ook om de graven niet zichtbaar te markeren, maar ze alleen met behulp van een elektronisch positie systeem vindbaar te maken.
De gedachte bij het begraven op een natuurbegraafplaats is dat wat uit de natuur komt, ook weer terug kan naar de natuur. Een van de voorwaarden is dat overledenen worden begraven zonder materialen die belastend kunnen zijn voor het milieu. Natuurbegraafplaatsen zijn over het algemeen vrij toegankelijk.
Eind 2015 is de gemeente Utrechtse Heuvelrug begonnen met het uitgeven van natuurgraven. Op de begraafplaats van Doorn. Binnen de hekken van de begraafplaats zijn twee bospaden aangelegd en er is ruimte gecreëerd voor 148 natuurgraven. Een graf heeft een ruimte van 6 bij 6 meter. De grafrust is voor 99 jaar gegarandeerd. Op de meeste natuurbegraafplaatsen heerst eeuwigdurende grafrust. Omdat de natuurbegraafplaats direct naast de ‘reguliere’ begraafplaats ligt gaat de omschrijving ‘een terrein dat niet voor dat doel is ingericht’ niet op. Op enige afstand zie je urnenmuren en graven. Desondanks is er wel zeker sprake van een natuurlijk karakter en word je omringd door natuur. Dat is overigens op de begraafplaats van Doorn op meer plaatsen, ook buiten het natuurgedeelte het geval.
Er is aardig wat belangstelling voor het natuurgedeelte van deze begraafplaats. Het is mogelijk er van tevoren een plaats uit te zoeken en te reserveren. Persoonlijk geef ik aan een natuurbegraafplaats met eeuwigdurende grafrust omringd door meer natuur dan hier het geval is de voorkeur maar dat neemt niet weg dat dit een mooie plek is.
De kosten bedragen € 5160,- voor het graf, € 1161,- voor het graven van het graf en € 48,- voor het inschrijven. Om weer terug te keren bij het begin van dit stukje: veel duurder dan cremeren en ook duurder dan een niet-natuurgraf.
Onlangs heb ik een begrafenis mogen verzorgen op de natuurbegraafplaats Doorn. De familie had de plek voor de overledene die erg van de natuur hield met veel zorg uitgekozen. Het is mooi dat een natuurgraf in deze omgeving geboden kan worden.
Ontvang direct een bericht van nieuwe blogs!