Vorige week was ik even terug in het Hospice waar ik een tijd gewerkt heb als zorgvrijwilliger. Er gebeurde van alles tegelijk en toch heerste er een weldadige, warme, huiselijke sfeer. Vrijwilligers waren bezig met de verzorging van de gasten. Er werd schoongemaakt, er draaide een was, koffie werd gezet. In de huiskamer zat een vrijwilliger te praten met de partner van een van de gasten. Een van de bestuursleden liep binnen om de dozen met speculaas van de Sinterklaasactie op te halen. Het was er vertrouwd, alsof ik nooit was weg geweest.
Palliatief terminale zorg (zorg in de laatste levensfase) is specialistische zorg, waarbij alles gericht is op comfort en kwaliteit van leven en sterven. Kennis en ervaring is in het hospice ruim aanwezig en er is veel tijd beschikbaar bij verpleging en vrijwilligers. Tijd om te verzorgen, te praten, te verwennen, bij iemand te zitten, te luisteren of iets te ondernemen, als dat nog kan. Zorg is 24 uur per dag beschikbaar. Dat is in de reguliere zorg vaak heel anders.
Voor de naasten valt de last weg van het organiseren en regelen van zorg en het draaiend houden van het huishouden. Er is daardoor veel meer tijd om elkaar aandacht te geven. Bezoek is dag en nacht welkom. Patiënten (in een hospice meestal gasten genoemd) hebben een eigen kamer en krijgen de ruimte om alles zoveel mogelijk naar eigen wens te laten verlopen. Ze hebben keuze voor maaltijden, kunnen vaak huisdieren meenemen, wensen qua verzorging worden ingewilligd en er is vooral aandacht, veel aandacht. Veel gasten en hun naasten geven dan ook aan dat ze in het hospice veel rust en warmte ervaren. Ze voelen zich gezien, veilig en geborgen.
Zelf vind ik dat hospicezorg ook nadelen heeft. Sommige vrijwilligers willen zó graag iets betekenen voor de gasten, dat het benauwend kan zijn. Betuttelzorg ligt op de loer. Voor de leiding is het een kunst om de vrijwilligers te leren er te ‘zijn’, maar dan wel op de achtergrond. Illustratief was die keer dat een van de gasten haar haar had laten knippen. Dat stond genoteerd in de overdracht. Toen vrijwilliger nummer 10 daar een opmerking over maakte, schoot deze gast uit haar slof. Ze had geen zin om alweer over die kappersbeurt te praten.
De vrijwilligers hebben meestal 1 of 2 4-uurs diensten per week. Daardoor komen er heel veel verschillende mensen over de vloer. In het hospice waar ik werkte, kon een gast soms binnen een week met meer dan 60 verschillende mensen te maken krijgen. Mensen die telkens weer dingen vragen, niet weten wat de gast precies wil of hoe deze het beste geholpen kan worden. Dat lijkt me heel vermoeiend. Soms is de irritatie hierover dan ook voelbaar.
In een hospice valt het gewone dagelijks leven weg. De postbode die zwaait, de partner die zijn klusjes doet, de rozen die weer zo mooi bloeien, de collectant die aanbelt. Het leven bestaat uit die ene kamer, prettig ingericht, maar niet jouw thuis. De naasten zijn niet in hun eigen omgeving en kunnen zich al snel bezoekers voelen. Alles draait om de patiënt, diens kwaliteit van leven en sterven. Zeker als de patiënt nog in redelijke conditie is kan dit wel eens moeilijk zijn. De afleiding van kleine dagelijkse dingen valt weg, waardoor er soms meer sprake is van wachten dan van leven.
De afgelopen jaren is er in Nederland toenemende aandacht voor palliatieve terminale zorg. In instellingen, maar ook daarbuiten wordt gezocht naar manieren om de kwaliteit van leven in de terminale fase zo hoog mogelijk te maken. Zowel voor de patiënt als voor zijn directe omgeving. Er is naast fysieke zorg, gericht op comfort en niet langer op genezen, ook aandacht voor psychosociale, emotionele en spirituele zorg. Hospices bieden patiënten de mogelijkheid hun laatste levensfase door te brengen in een huiselijke omgeving. Meestal heeft een hospice een grote groep vrijwilligers, die samenwerken met huisartsen en verpleegkundigen. Een hospice is een warme plek waar mensen kunnen sterven. Ontstaan, doordat in onze maatschappij de klassieke ‘naoberzorg’ niet meer in voldoende mate aanwezig is. Nog steeds is het de wens van veel mensen om thuis te sterven. Een hospice wordt wel gezien als ‘second best’.
Op de site van Agora, ondersteuningspunt Palliatieve zorg, vindt u veel informatie over palliatieve zorg, inclusief een overzicht van alle lokale en regionale organisaties. Verder biedt de site van de Stichting Voorlichting Palliatieve zorg veel informatie.
Ontvang direct een bericht van nieuwe blogs!