Rond zijn tachtigste nam hij het besluit. Hij wilde zijn lichaam ter beschikking stellen van de wetenschap. Hij zorgde dat het nodige hiervoor geregeld werd en informeerde zijn kinderen. Veel werd er niet over gesproken. Ondanks zijn leeftijd leek zijn overlijden nog heel ver weg. En toen was het ineens zover. Hij overleed op een besneeuwde dag, in de vroege ochtend. Enkele uren later werd zijn stoffelijk overschot opgehaald. En dat was het dan… of toch niet?
Een paar dagen eerder waren zijn kinderen opgeroepen door het verzorgingshuis. Het ging niet goed met vader. Zijn zoon kwam direct en had nog even contact met hem. De volgende dag kwamen de andere kinderen en de kleinkinderen om afscheid te nemen. Toen was hij al niet meer aanspreekbaar. Na zijn overlijden zaten de kinderen nog een paar uur aan het bed, waarop hij lag zoals hij gestorven was. De instelling deed geen laatste verzorging. Ze liepen mee met de baar, waarop vader naar de auto werd gereden. Ze keken de auto na, tot deze om de hoek verdween. Onwezenlijk, onaf voelde het.
Toen zijn overlijden in zicht kwam, spraken de kinderen over de manier waarop ze afscheid zouden nemen. Geen kist, geen opbaarperiode, geen uitvaartplechtigheid, geen condoleance, geen graf, geen urn. Kortom, er was geen houvast. Ze wisten niet goed of ze wel een afscheid wilden organiseren. En zo ja, hoe dan? Al snel besloten ze dat ze toch ’iets’ wilden doen. Een afronding, een herdenking, een moment om stil te staan bij het leven van hun vader. De familie werd een week later uitgenodigd voor een besloten bijeenkomst. Zijn kinderen maakten een fotopresentatie en een herdenkingsspeech. Het werd een warm samenzijn. Er werden herinneringen gedeeld, verhalen opgehaald, de favoriete taart van vader werd geserveerd. Een herdenking in de stijl van zijn leven. Eenvoudig, luchtig en informeel.
Jaarlijks zijn er in Nederland zo’n 500 stoffelijke overschotten nodig, die met name gebruikt worden voor medisch onderwijs. Wie zijn lichaam ter beschikking van de wetenschap wil stellen, moet daarvoor een codicil schrijven en dit laten registreren bij het anatomisch instituut van een universiteit. De rijksoverheid geeft meer informatie. Het is belangrijk om vooraf de naasten te informeren en de consequenties te overdenken. Het lichaam moet binnen 24 uur na overlijden, maar liefst veel sneller, bij het anatomisch instituut zijn. Daardoor zal niet iedereen die dat zou willen afscheid kunnen nemen van de overledene. Een afscheid of herdenking is van belang voor de nabestaanden, ook al is er geen begrafenis of crematie.
Ontvang direct een bericht van nieuwe blogs!